• darkblurbg

Jeugdbeleidsplan - 8. Wedstrijden

8.1 Voor de wedstrijd

  • Een Sarto-team mag alleen aan de competitie deelnemen als er minimaal twee leiders zijn (bij selectieteams: een trainer-coach en minstens een leider, waarbij de leider een ouder is van één van de spelers). Eén van de leiders dient een volwassene te zijn. Zonder twee leiders mag een team niet aan wedstrijden deelnemen.
  • Wil een team bij ziekte, blessure of andere afwezigheid van een speler een speler van een ander team tijdelijk ‘inhuren’, dan gelden de volgende regels:
    1. Het inhuren van een speler gebeurt op het moment dat het aantal beschikbare spelers van het team lager is dan het aantal spelers dat in het veld dient te staan plus één. Dus bijvoorbeeld in de JO19-categorie (11 spelers op het veld), bij 12 of minder.
    2. Inhuren gebeurt vóór de vrijdag voor de wedstrijd. Bij onvoorziene omstandigheden kan op vrijdag, na overleg met de betreffende TCO/TCB (selectie) of leeftijdscoördinator (niet-selectie) toestemming voor inhuur worden gevraagd.
    3. Trainer-coaches/leiders die een speler van een ander team willen inhuren, moeten zelf contact zoeken met de trainer-coaches/leiders van dat andere team.
    4. De trainer-coaches/leiders van het team waar een speler van wordt ingehuurd bepalen welke speler beschikbaar wordt gesteld (maar wel in overleg met de inhurende trainer-coach/leider).
    5. Teams die beschikken over maximaal het aantal spelers dat in het veld dient te staan plus twee (b.v. JO19: 13 spelers), hoeven geen spelers uit te lenen. Heeft een team meer spelers dan het aantal dat hiervoor wordt bedoeld en wordt op dat team een beroep gedaan om een speler uit te lenen, dan is dat team in principe verplicht een speler te leveren (clubbelang gaat boven team/individueel belang).
    6. Niet-selectieteams mogen geen spelers van selectieteams inhuren en moeten spelers zoveel mogelijk inhuren van ‘nabij gelegen’ niet-selectieteams (JO13-6 huurt bijvoorbeeld bij voorkeur in van JO13-5 of JO13-7).
    7. Selectieteams die een speler willen inhuren, moeten dat doen bij een ander selectieteam. Alleen als dat niet mogelijk is (zie 5), mogen selectieteams een beroep doen op niet-selectieteams.
    8. Een ingehuurde speler krijgt altijd speeltijd binnen de wedstrijd waarvoor hij/zij wordt gevraagd; de trainer van het inhurende team bepaalt hoeveel speeltijd.
    9. Tot de winterstop kan inhuren van spelers alleen plaatsvinden binnen de eigen leeftijdscategorie. In principe kunnen pas na de winterstop spelers worden ingehuurd vanuit een lagere leeftijdscategorie (dus pas na winterstop mag JO19 van JO17 inhuren, JO17 van JO15 enzovoorts). Bij uitzonderlijke omstandigheden kan – na toestemming van de betreffende TC of leeftijdscoördinator – hiervan worden afgeweken.
    10. Bij het inhuren van spelers vanuit een lagere leeftijdscategorie kan alleen een beroep gedaan worden op tweedejaarsspelers.
    11. Bij eventuele onduidelijkheden over deze regels of bij het niet uitvoeren van deze regels: neem contact op met de betreffende TC (selectieteams) of de leeftijdscoördinator (niet-selectieteams). Na overleg met betrokkenen zal die dan een beslissing nemen over het inhuren van een speler.
    12. Deze regels gelden alleen als een team een VELDSPELER wil inhuren van een ander team. Als een team een keeper wil inhuren van een ander team en dat na onderling overleg tussen teams niet tot het gewenste resultaat leidt, dan dient het team dat een keeper wil inhuren contact op te nemen met de betreffende TC (selectieteams) of de betreffende leeftijdscoördinator (niet-selectieteams). In overleg met de betreffende TC of leeftijdscoördinator zal dan naar een passende oplossing gezocht worden.
  • Spelers dienen zich tijdig bij hun trainer-coach/leider af te melden als ze niet kunnen deelnemen aan een wedstrijd. Bij voorkeur en indien mogelijk uiterlijk donderdag voor de wedstrijd.
  • Bij thuiswedstrijden dienen spelers uiterlijk een half uur voor aanvang van de wedstrijd in de kleedkamer aanwezig te zijn, tenzij anders afgesproken is met de teamleiders. Bij uitwedstrijden vertrekken teams een uur voor aanvang van de wedstrijd vanaf de parkeerplaats van Sarto (of een andere afgesproken locatie), tenzij anders afgesproken is met de teamleiders. In het kader van de teambuilding is de bedoeling dat alle spelers van een team bij een uitwedstrijd gezamenlijk vanaf Sarto vertrekken.
  • Spelers/ouders zijn zelf verantwoordelijk voor vervoer naar een uitwedstrijd.
  • Elk Sarto-team kan op zaterdagochtend een aantal ballen van Sarto in bruikleen krijgen voor het inspelen. Voor het lenen van deze ballen door Sarto-teams gelden de volgende regels:
    1. een team dat uitkomt in een wedstrijdcompetitie van een half speelveld of kleiner (tot en met 8 spelers) kunnen zaterdags maximaal 3 intrapballen meenemen;
    2. een team dat uitkomt in een wedstrijdcompetitie van meer dan een half speelveld (vanaf 11 spelers) kunnen zaterdags maximaal 5 intrapballen meenemen;
    3. het aantal meegenomen ballen wordt genoteerd op het formulier dat aan de deur hangt van de ballenhok (je geeft het aantal ballen op, je naam, het team; bij terugkomst teken je dat weer af);
    4. de ballen worden zo snel mogelijk na de wedstrijden (op wedstrijddag) weer ingeleverd; ballen kunnen niet meegenomen worden naar huis;
    5. voor de JO15-1, JO17-1 en -2 en JO19-1 geldt dat ze hun eigen trainingsballen meenemen als intrapballen; zij hebben hiervoor een verklaring getekend;
    6. als er minder ballen geretourneerd worden dan uitgeleend, krijgt de trainer-coach/leider de kosten daarvan in rekening gebracht;
    7. de beheerders hebben de taak om mensen aan te spreken als iemand zich niet aan de regels houdt; bij meerdere waarschuwingen zal de jeugdcommissie passende maatregelen nemen.
  • Als er geen competitiewedstrijd voor een team is ingepland en het een oefenwedstrijd wil spelen, moet een aanvraag daarvoor minstens 14 dagen van tevoren – via de leeftijdscoördinator – ingediend worden bij de betreffende wedstrijdsecretaris. Leiders van teams voor wie een oefenwedstrijd is ingepland moeten ervoor zorgen dat het team voor de oefenwedstrijd op komt dagen en dat - als het team niet over het benodigde aantal spelers kan beschikken - het aangevuld wordt met spelers uit andere teams.
  • Voor eventuele oefenwedstrijden in de herfst- en voorjaarsvakantie geldt de volgende procedure:
    • Ruim voor de vakantie verzoekt de betreffende wedstrijdsecretaris de leeftijdscoördinatoren bij de teams van hun leeftijdscategorie te inventariseren of die tijdens de vakantie oefenwedstrijd(en) willen en kunnen spelen. De betreffende wedstrijdsecretaris geeft daarbij de deadline aan waarop de leeftijdscoördinatoren de inventarisatie bij de wedstrijdsecretaris in dienen te leveren.
    • De leeftijdscoördinatoren inventariseren de behoeften van de teams en koppelen die vóór de aangegeven deadline aan de betreffende wedstrijdsecretaris terug. Teams die pas na die deadline aangeven een oefenwedstrijd te willen spelen, mogen geen oefenwedstrijd spelen.
    • Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat teams zelf de betreffende wedstrijdsecretaris benaderen voor het inplannen van een oefenwedstrijd. Teams die dat wel doen, zullen door de wedstrijdsecretaris verwezen worden naar de leeftijdscoördinator van hun leeftijdscategorie.
    • De betreffende wedstrijdsecretaris probeert vervolgens oefenwedstrijden in te plannen en koppelt het resultaat daarvan terug aan de leeftijdscoördinatoren, die op hun beurt de teams inlichten.
    • Voor teams voor wie een oefenwedstrijd is ingepland volgens deze procedure en die niet komen opdagen voor de oefenwedstrijd of zich alsnog afmelden vanwege spelerstekort, zal in de rest van het seizoen geen oefenwedstrijd meer geregeld/ingepland worden.
  • Het komt regelmatig voor dat scouts van BVO ’s (Betaald Voetbal Organisaties) bij Sarto komen voor het bekijken van spelers. Ook scouts van de KNVB kunnen zich om die reden bij Sarto melden. Het is daarbij regel dat de scouts zich in de bestuurskamer (wedstrijdsecretariaat) melden en kenbaar maken wat zij komen doen. Als een TC aanwezig is, worden de scouts naar hem verwezen. Als dit niet het geval is, wordt verzocht de gegevens van de scout te noteren en door te geven aan de TC’s. Vragen die gesteld moeten worden aan de scout(s): wie is de scout, van welke BVO, voor welke speler(s) komt men kijken en of voor/bij welk team komt men kijken? Aan de scout moet ook worden medegedeeld dat het bij Sarto regel is dat NAW-gegevens van spelers door de scout niet direct bij de ouders mogen worden opgevraagd, maar dat dit moet gebeuren via de betreffende TC.
    Deze gegevens mogen niet zonder toestemming van de ouders van betreffende speler(s) worden versterkt door de TC’s (of degene die hen bij afwezigheid waarneemt in het contact met de scout). Zijn de ouders aanwezig, dan dient hen te worden gevraagd of de gegevens mogen worden verstrekt. Geven zij daarvoor geen toestemming, dan mogen de gegevens NIET worden verstrekt. Zijn de ouders niet aanwezig, dan wordt met de scout de afspraak gemaakt dat Sarto contact opneemt met de ouders en dat, als die toestemming geven voor doorgeven van de gegevens, de betreffende TC de gegevens nadien zal doorgeven. zijn de TC’s niet aanwezig en krijgt het wedstrijdsecretariaat toestemming van de ouders om gegevens van de speler door te geven, dan mag het wedstrijdsecretariaat dat doen. Daarvan moet melding worden gemaakt bij de betreffende TC. Bij contact met de ouders betreffende toestemming voor doorgeven van de gegevens van de speler dient de betreffende TC de ouders op de hoogte te stellen van wat het betekent om door een BVO uitgenodigd te worden voor bijvoorbeeld een trainingsstage of eventueel ‘overgaan’ van een speler naar een BVO. Is de betreffende TC van mening dat de speler ‘emotionele schade’ kan ondervinden van overgang naar de BVO, dan dient hij daarover met de ouders te communiceren. De beslissing is aan de ouders van de betreffende speler.
    Daar Sarto een samenwerkingsovereenkomst heeft met RJO Willem II, is de afspraak dat als een andere BVO belangstelling heeft voor een speler en diens gegevens (na toestemming van de ouders) heeft opgevraagd, die gegevens doorgegeven zullen worden aan die andere BVO, maar dat de speler (na toestemming van de ouders) ook onder de aandacht zal worden gebracht bij RJO Willem II. Het is vervolgens aan RJO Willem II om te besluiten de speler al dan niet ook een aanbod te doen voor bijvoorbeeld een trainingsstage.
    Gaat een speler naar de BVO, dan dient de betreffende TC minstens eens per drie maanden contact te hebben met de BVO over het wel en wee van de speler. Dit om een eventuele terugkeer van de speler naar Sarto goed te kunnen begeleiden. Is van terugkomst sprake, dan dient de betreffende TC in overleg met de BVO en de trainer van Sarto zorg te dragen voor een zorgvuldige begeleiding bij terugkomst naar Sarto.

8.2 Wedstrijdkleding, trainingspakken en tassen
Selectieteams krijgen van Sarto een wedstrijdtenue (shirt, broekje, sokken) ter beschikking, dat aan het eind van een seizoen weer ingeleverd dient te worden en in bezit van Sarto blijft. Sarto draagt zorg voor het wassen van de wedstrijdkleding. Spelers dienen daarvoor een financiële bijdrage te leveren die aan het begin van het seizoen door het hoofdbestuur wordt vastgesteld. De wedstrijdtenues worden aan het begin van het seizoen uitgegeven door de materiaalbeheerder van Sarto. De trainer-coach van een selectieteam is ervoor verantwoordelijk dat aan het eind van het seizoen alle aan zijn/haar team ter beschikking gestelde kleding weer bij de materiaalbeheerder ingeleverd wordt. Ontbrekende kledingstukken zullen door Sarto in rekening worden gebracht bij de betreffende trainer-coach (die die kosten kan verhalen op de spelers van wie kledingstukken ontbreken). De trainer-coach dient de ter beschikking gestelde kleding aan het eind van het voetbalseizoen te retourneren aan de materiaalbeheerder van Sarto. Als een team aan een toernooi wil deelnemen nadat het seizoen is afgelopen, blijft de kleding voor dat team beschikbaar tot na dat toernooi en dient ze zo spoedig mogelijk daarna aan de materiaalbeheerder geretourneerd te worden. De materiaalbeheerder dient door de trainer-coach op de hoogte gesteld te worden van deelname aan het toernooi en van het tijdstip waarop de kleding geretourneerd wordt.

8.3 Afgelastingen

  • Bij clubgebonden afgelastingen (Sarto of tegenstander) neemt het wedstrijdsecretariaat contact op met één van de teamleiders. De leider(s) dienen de afgelasting door te geven aan de spelers.
  • Algehele afgelastingen (regio) worden afgekondigd door de KNVB (teletekst, pagina 603, district Zuid 1, categorie B; als kruisje, dan afgelasting). Als daarvan sprake is, worden teamleiders daarvan NIET op de hoogte gebracht door het wedstrijdsecretariaat en worden spelers daarvan NIET op de hoogte gebracht door leiders (tenzij de leiders daarover andere afspraken gemaakt hebben met de spelers en ouders). Spelers/Ouders hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid door vrijdagavond voor de wedstrijd en de dag van de wedstrijd zelf de KNVB-teletekstpagina te bekijken.
  • Zo snel als mogelijk zullen afgelastingen op de Sarto-website worden aangegeven.
  • Het is niet de bedoeling dat spelers, ouders of leiders – als ze afgelasting vermoeden – naar Sarto bellen. De telefoonlijnen zijn bij afgelastingen dringend nodig voor het informeren van leiders en gastverenigingen.
  • Bij een algehele afgelasting worden, als de weersomstandigheden het toelaten (geen vorst of sneeuw), wedstrijden op het kunstgrasveld volgens een ‘schaduwprogramma’ georganiseerd. Bij de samenstelling van het schaduwprogramma wordt ervoor gezorgd dat alle teams over het hele seizoen gerekend even veel aan bod komen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de KNVB clubs verplicht om wedstrijden uit de A-categorie voorrang te geven op wedstrijden uit de B-categorie.

8.4 Tijdens de wedstrijd

  • Algemeen:
    • Bij jeugdwedstrijden worden het door de KNVB voorgeschreven aantal spelers opgesteld voor de betreffende leeftijdscategorie. Alleen bij slechte weersomstandigheden kan daar, in overleg met de leiders van de tegenstander, vanaf worden geweken.
  • Wedstrijdbegeleiding (spelleider/scheidsrechter):
    • Bij de niet-selectieteams vanaf JO7 t/m JO12 dienen teams in principe zelf te zorgen voor een spelleider bij een thuiswedstrijd. Dat kan een teamleider, maar ook een ouder zijn. Teamleider of ouder moet dan wel goed op de hoogte zijn van de voetbalspelregels. Leiders en ouders die als scheids- of grensrechter optreden, dienen zich volgens de regels van de KNVB te gedragen, dienen onpartijdig op te treden en zich tijdens de wedstrijd te onthouden van coaching van spelers. Bij de niet-selectieteams van JO12 en jonger is dus geen sprake van ‘recht’ op een clubscheidsrechter, maar Sarto streeft er wel naar dat ook bij de wedstrijden van die teams een clubscheidsrechter(-in-opleiding) aanwezig is en de wedstrijd leidt.
    • Alle teams vanaf de JO13 en ouder dienen zelf te zorgen voor een assistent-scheidsrechter bij thuis- en uitwedstrijden. Dat kan een teamleider, maar ook een ouder zijn. Teamleider of de ouder moet dan wel goed op de hoogte zijn van de voetbalspelregels.
    • Sarto streeft er naar dat junioren thuiswedstrijden fluiten bij de pupillen en junioren. Van een verplichting is geen sprake. Wel worden genoemde junioren gestimuleerd thuiswedstrijden te fluiten. Sarto begeleidt en ondersteunt deze ‘clubscheidsrechters’ en organiseert (in samenwerking met de KNVB) opleidingsactiviteiten voor scheidsrechters-in-opleiding.
    • Bij de selectieteams draagt Sarto (tenzij door de KNVB een scheidsrechter is aangewezen) zorg voor een scheidsrechter. In het kader daarvan bestaat de afspraak dat de seniorenselectie elke zaterdag een aantal scheidsrechters levert.
  • Kaarten:
    • Bij Sarto kan de scheidsrechter direct na afloop van de wedstrijd een groene kaart uitdelen. Die groene kaart kan worden gegeven aan een speler, trainer-coach, leider, grensrechter of toeschouwer die volgens de scheidsrechter gedurende de wedstrijd heeft uitgeblonken in sportiviteit. Een uitgereikte groene kaart mag mee naar huis genomen worden maar kan ook bij het wedstrijdsecretariaat worden ingeleverd. In het laatste geval krijgt degene die de groene kaart gekregen heeft van het wedstrijdsecretariaat een consumptiemunt waarvoor in de Sarto-kantine een consumptie verkregen kan worden.
    • Voor spelers die een gele of rode kaart krijgen en daarvoor door de KNVB worden beboet geldt dat wanneer op de eerstvolgende wedstrijddag de boete nog niet betaald is, er niet deelgenomen kan worden aan de wedstrijd. Boetes worden in principe rechtstreeks door de penningmeester bij de betreffende speer geïncasseerd, wanneer dit niet lukt zal de penningmeester in overleg met de ledenadministratie de speelgerechtigheid van de betreffende speler tijdelijk blokkeren.
    • Bij een directe rode kaart is de betrokken speler de eerstvolgende wedstrijd altijd uitgesloten van deelname. Vervolgens moet hij de sanctie van de KNVB afwachten. Onafhankelijk van de sanctie moet de speler de boete hebben betaald voor hij weer mag deelnemen aan wedstrijden.
    • Spelers die tijdens een wedstrijd een directe rode kaart krijgen, krijgen van de KNVB een schikkingsvoorstel (= een boete en/of schorsing voor één of meerdere wedstrijden). Een speler heeft het recht om tegen zo’n schikkingsvoorstel in verweer te gaan bij de KNVB. Krijgt een speler een schikkingsvoorstel, dan neemt Sarto contact op met de speler om hem/haar te informeren dat een schikkingsvoorstel veelal lager uitvalt dan de straf die bij volledige behandeling (= behandeling van het incident als speler in verweer gaat tegen het schikkingsvoorstel) wordt opgelegd en dat de speler door niet akkoord te gaan met het schikkingsvoorstel het risico loopt dat uiteindelijk door de tuchtcommissie van de KNVB een hogere straf wordt opgelegd. Afhankelijk van ‘het verhaal’ van de speler zal Sarto de speler adviseren wel of niet akkoord te gaan met het schikkingsvoorstel. Daar Sarto terughoudend staat tegenover het in verweer gaan tegen door de KNVB opgelegde straffen, zal het advies bij een schikkingsvoorstel van een schorsing van 3 of minder wedstrijden in principe ‘akkoord gaan met voorstel’ luiden, tenzij de speler echt gegronde redenen heeft te denken dat de schorsing zal worden geseponeerd of verminderd. In alle gevallen zijn de administratieve kosten voor het in verweer gaan tegen het schikkingsvoorstel van de KNVB voor rekening van de speler en zullen door Sarto bij de speler in rekening worden gebracht. Voor het in beroep gaan tegen uitspraken van de tuchtcommissie (na niet accepteren schikkingsvoorstel, dan wel in geval de KNVB de speler na een directe rode kaart geen schikkingsvoorstel doet) geldt dezelfde procedure. Ook in dat geval zijn de kosten van het beroep in principe voor rekening van de betrokken speler.

8.5 Na de wedstrijd

  • Na de wedstrijd worden alle spelers geacht naar de kleedkamer te gaan voor een nabespreking. Het is niet de bedoeling dat spelers direct na de wedstrijd weggaan zonder eerst een nabespreking bij te hebben gewoond. Voetbal is een teamsport en deze ‘derde helft’ hoort nog bij de wedstrijd! Regelmatig niet bijwonen van de nabespreking na wedstrijden kan leiden tot minder speeltijd!
  • Sarto is voorstander (uit hygiënisch oogpunt) dat er na de wedstrijd wordt gedoucht, waarbij het dragen van badslippers wordt aangeraden.
  • De kleedkamer (uit én thuis) dient netjes te worden achtergelaten door teams. De leider is daar verantwoordelijk voor en kan spelers aanwijzen voor ‘corvee’. Spelers zijn verplicht om toerbeurt te ‘corveeën’.

8.6 Toernooien
Sarto juicht deelname door jeugdteams aan (internationale) toernooien toe. Om een en ander rond deelname aan toernooien goed te regelen, beschikt het jeugdbestuur over een toernooicoördinator. Die inventariseert jaarlijks welke toernooien in binnen- en buitenland georganiseerd worden en communiceert dat (al dan niet via de leeftijdscoördinatoren) naar de teams en meldt teams voor toernooien aan. Teams kunnen deelname aan een (internationaal) toernooi natuurlijk ook zelf regelen, maar zijn wel verplicht dat te melden aan de toernooicoördinator. Sarto bekostigt in principe de kosten voor deelname aan een (internationaal) toernooi niet en is ook niet verantwoordelijk voor vervoer van teams naar toernooien.