• darkblurbg

Jeugdbeleidsplan - 2. Uitgangspunten jeugdbeleid

2.1 Algemene doelstelling
De algemene doelstelling van de jeugdafdeling is: “Jeugdspelers in een veilige omgeving in de gelegenheid stellen om een zo optimaal mogelijke ontwikkeling als voetballer te kunnen doormaken en om plezier te hebben in het voetbalspel”.

Bij het creëren van een veilige omgeving hoort positief coachen: op zo’n manier coachen dat jeugdspelers plezier hebben en met zelfvertrouwen durven spelen. Zowel bij selectie als niet-selectie jeugdvoetbal moeten spelers het gevoel hebben dat ze fouten mogen maken tijdens training of wedstrijd en moet er door trainers en coaches dus positief gecoacht worden. Voor trainers en coaches moet het gaan om winst boeken en niet primair om winnen!

Ervaringen met positief coachen leren dat het:

  1. spelers zich beter laat ontwikkelen;
  2. minder spelers laat afhaken;
  3. vrijwilligers zich prettig laat voelen en
  4. sportiviteit en respect laat toenemen.

De jeugdafdeling van Sarto is opgebouwd uit 2 categorieën; niet-selectievoetbal, inclusief subcategorieën meiden en G-voetbal, en selectievoetbal.

2.2 Selectievoetbal
Selectievoetbal onderscheidt zich van niet-selectievoetbal door de teamsamenstelling. Selectieteams bestaan uit spelers die op basis van voetbalkwaliteit geselecteerd worden, gericht op het bij elkaar brengen van de beste spelers in een leeftijdscategorie, waardoor een optimale leeromgeving ontstaat en de kans op optimaal presteren zo hoog mogelijk is. Ook bij selectievoetbal moet een balans bestaan tussen beide aspecten van de doelstelling van het jeugdbeleid. Dat wil ook zeggen dat tijdens trainingen en wedstrijden selectiespelers positief gecoacht moeten worden. Trainer-coaches van selectieteams hebben de taak en verantwoordelijkheid een goede balans te vinden tussen gerichtheid op presteren en plezier in het voetbal. De verdere gang van zaken rond het selectievoetbal (selectiebeleid, procedures, criteria, afspraken) is vastgelegd in hoofdstuk 4.

2.3 Niet-selectievoetbal
De optimalisatie op individueel en teampresteren staat bij niet-selectievoetbal niet centraal maar dat betekent niet dat alleen plezier centraal staat. Ook bij niet-selectievoetbal staat de ontwikkeling als voetballer centraal. Sarto verbindt daar geen doelstellingen aan, bijvoorbeeld voor wat betreft het aantal na te streven kampioenen voor niet-selectieteams. Niet-selectieteams trainen sowieso één keer per week maar hebben de gelegenheid tot een tweede training.

Bij samenstelling van niet-selectieteams spelen voetbalkwaliteiten in principe geen rol. Het is niet de bedoeling de sterkste spelers bij elkaar in te delen, omdat dat kan leiden tot de onwenselijke situatie dat teams ontstaan met uitsluitend ‘zwakkere’ spelers. Bovendien acht Sarto het voor niet-selectieteams – om een optimale leeromgeving te creëren – wenselijk dat ze bestaan uit ‘sterkere’ en ‘zwakkere’ spelers. Dat wil niet zeggen dat bij de samenstelling van niet-selectieteams helemaal geen rekening moet worden gehouden met voetbalkwaliteiten. Om te voorkomen dat spelers geen plezier aan het voetbal beleven, omdat ze ver boven of onder het gemiddelde niveau van het team zitten, moeten hele grote verschillen in voetbalkwaliteiten worden voorkomen (in dat licht moet bij samenstelling van niet-selectieteams specifiek aandacht worden besteed aan spelers die net niet tot de selectie zijn doorgedrongen of spelers die uit de selectie zijn ‘gevallen’).
Als (ouders van) spelers of teamleiders bij aanvang of gedurende het seizoen om plaatsing in een bepaald team vragen of om overplaatsing van een speler om reden van grote verschillen in voetbalkwaliteiten/vaardigheden, dient daarmee zorgvuldig omgegaan te worden. Een beslissing daarover wordt genomen door de leeftijdscoördinator, na overleg met betrokken spelers, ouders en teamleiders en eventueel de jeugdvoorzitter.

Samenstelling van niet-selectieteams gebeurt door en is de verantwoordelijkheid van leeftijdscoördinatoren en gebeurt op basis van de volgende criteria:

  • Bestaande teams zoveel mogelijk bij elkaar houden (tenzij spelers uitdrukkelijk hebben aangegeven een volgend seizoen bij een ander team ingedeeld te willen worden);
  • Zo veel mogelijk voldoen aan verzoeken om bij vriend(innet)jes ingedeeld te worden;
  • Streven om binnen een team zoveel als mogelijk spelers te hebben van hetzelfde geboortejaar;
  • O7-teams hebben minimaal 6 spelers en maximaal 7 spelers;
  • O8, O9 en O10-teams hebben minimaal 8 spelers en maximaal 9 spelers;
  • O11 en O12-teams hebben minimaal 10 spelers en maximaal 12 spelers;
  • O13 tot en met O19-teams hebben minimaal 15 spelers.

Uitsluitend de leeftijdscoördinator doet uitspraken over besluiten en toezeggingen over de samenstelling van niet-selectieteams en over deelname van nieuwe leden aan trainingen/wedstrijden richting spelers en ouders. Bij vragen van spelers/ouders daarover en over deelname aan trainingen/wedstrijden wordt altijd verwezen naar de betreffende leeftijdscoördinator.

Ten aanzien van de samenstelling van teams gelden voorts de volgende regels/afspraken:

  • In de O7, O8, O9 en O10-categorie wordt in niet-selectieteams in principe niet gewerkt met een vaste keeper. Spelers keepen bij toerbeurt. Ook bij O11-spelers ontmoedigt Sarto het werken met een vaste keeper. Wel kan ervoor gekozen worden twee spelers om toerbeurt te laten keepen. Pas bij O12-spelers wordt, als spelers dat willen, gewerkt met een vaste keeper.
  • In de O7, O8, O9 en O10-categorie wordt ook niet gewerkt met spelers op een vaste plek in het team, omdat het leerzaam is meerdere plekken te bezetten.
  • Spelers moeten over het hele seizoen evenveel speeltijd krijgen, liefst door wissels tijdens een wedstrijd. Hiervan kan alleen worden afgeweken als spelers geblesseerd zijn, trainingen (stelselmatig) missen, te laten komen bij trainingen/wedstrijden en/of onsportief en ander ongewenst gedrag vertonen.
  • Bij hoge uitzondering kan een speler in een hogere leeftijdscategorie worden ingedeeld. Te denken valt aan uitzonderlijke kwaliteiten of spelerstekort bij die hogere categorie. Bij indeling in een lagere leeftijdscategorie volgt Sarto de richtlijnen over dispensatiespelers van de KNVB.
  • Het kan voorkomen dat tijdens het seizoen blijkt dat een speler te weinig weerstand ondervindt in trainingen en wedstrijden. Of dat een speler tijdens trainingen en wedstrijden ver onder het niveau van zijn/haar medespelers blijft. Dan kan overwogen worden de speler in een ander team te plaatsen. Bij niet-selectiespelers/teams kan een beslissing tot overplaatsing naar een ander niet-selectieteam tijdens het seizoen alleen bij hoge uitzondering en onder de volgende voorwaarden worden genomen:
    • Trainer(s) en leider(s) van de speler moeten allemaal van mening zijn dat de speler structureel dusdanig ver boven of onder het niveau van zijn team functioneert, dat niet langer sprake is van een optimale omgeving voor de ontwikkeling van de speler en de speler geen plezier meer beleeft aan het voetbal.
    • De betreffende speler (en zijn/haar ouders/verzorgers) moeten de uitdrukkelijke wens hebben tot overplaatsing van de speler, omdat de speler niet langer plezier in voetbal heeft.
    • Voor niet-selectiespelers ligt de beslissing tot overplaatsing bij de leeftijdscoördinator, na voorafgaand overleg met speler en ouders en na ingewonnen advies van de leiders van de betrokken teams (eigen en nieuw team);
    • Eventuele overplaatsing mag niet leiden tot overschrijding van het maximum aantal spelers van het team waarnaar overplaatsing plaatsvindt. Is daarvan wel sprake, dan zal een speler van het team waarnaar overplaatsing plaatsvindt en diens ouders/verzorgers bereid moeten zijn naar het team waaruit de speler vertrekt over te stappen. Van een gedwongen overstap van een speler van het team waarnaar overplaatsing plaatsvindt, mag echter geen sprake zijn.

2.3.1 Kinderen in de O7, O8 en O9-categorie op de wachtlijst
Sarto mag zich verheugen in een grote belangstelling. Helaas kan dit ertoe leiden dat kinderen niet direct in een team kunnen gaan spelen, omdat de teams ‘vol’ zitten en er geen plek is voor meer teams. Als er per categorie minimaal 6 of 8 spelers zijn, dan kan er in principe een nieuw team worden ingeschreven voor de competitie. (O7-8-9). Dit kan in theorie op 4 momenten in het seizoen omdat deze categorieën ‘4 fasen’ competitie spelen.

Sarto organiseert voor kinderen die in het betreffende kalenderjaar 6 jaar of ouder zijn en op de wachtlijst (ingeschreven en inschrijfgeld betaald) staan, iedere woensdagmiddag een training van een uur door een Sarto-trainer, mits er minstens 12 kinderen op de wachtlijst staan. Deelname aan deze training is gratis. Kinderen dienen zelf voor sportkleding, voetbalschoenen en scheenbeschermers te zorgen. Vóór en na de training kan gebruik worden gemaakt van de kleedkamers.

2.3.2 Overgang van junioren naar senioren
Junioren die naar de senioren over moeten gaan, vormen een kwetsbare groep. De ervaring leert dat in die leeftijdsgroep het risico op afhaken relatief groot is. Om dit zoveel als mogelijk te voorkomen en dergelijke spelers te behouden voor de vereniging, worden de volgende maatregelen getroffen:

  • Dergelijke spelers vóór de daadwerkelijke overgang de kans geven tot meetrainen met de senioren;
  • Dergelijke spelers bij voorkeur in groepjes (met vrienden) naar de senioren over laten gaan;
  • Het laten meespelen van O19-junioren in seniorenwedstrijden;
  • Junioren in met name de O17- en O19-categorie inschakelen bij activiteiten binnen Sarto (als trainer of assistent-trainer van jeugdteams, leider van een pupillenteam, scheidsrechter bij jeugdteams, et cetera).

2.4 Meidenvoetbal
Het meidenvoetbal is een regulier onderdeel van Sarto. Ons streven is om het meidenvoetbal te laten groeien. Zowel qua aantallen teams als laten groeien in onze algehele doelstelling: Meiden in de gelegenheid te stellen om een zo optimaal mogelijke ontwikkeling als voetballer te kunnen laten doormaken en om plezier te hebben in het voetbalspel.

In dit licht is het uitgangspunt van Sarto om vanaf de O13, meiden in een meidenteam te laten voetballen (exclusief selectiespelers). Bij uitzondering en in overleg met de leeftijdscoördinator kan hier van worden afgeweken.

Voor meiden in een gemengd team probeert Sarto ervoor te zorgen dat bij thuiswedstrijden de gelegenheid er is apart te kunnen douchen. Voor mannelijke leiders/coaches/ouders van meidenteams is de teamkleedkamer tijdens omkleden voor en na wedstrijden en tijdens het douchen verboden terrein.

2.4 G-voetbal
Sarto heeft een G-afdeling voor spelers met een (licht) verstandelijke beperking. Spelers en kader van de G-afdeling zijn een regulier onderdeel van Sarto en hebben dezelfde rechten en plichten als andere spelers en kader. Sarto hecht er aan dat ook G-spelers de gelegenheid krijgen zich op voetbalgebied te ontwikkelen en plezier in het voetbal te hebben. Voor de G-afdeling gelden de volgende regels:

  • De G-coördinator is verantwoordelijk voor de bezetting van de trainersfuncties van de G-teams;
  • Sarto ‘ronselt’ geen G-spelers bij andere clubs en neemt geen hele G-teams van andere clubs over;
  • Kandidaat-G-spelers mogen enige tijd meetrainen om kennis te maken (dit geldt niet, zoals elders in dit plan vermeld, voor andere leeftijdscategorieën). Bij positieve afweging van speler én G-coördinator schrijft een kandidaat-speler zich in bij de ledenadministratie. Zoals bij alle jeugdspelers wordt een voorbehoud gemaakt voor plaatsing in verband met het mogelijk bestaan van een wachtlijst;
  • Geldstromen binnen de G-afdeling verlopen conform de algemene Sarto-lijnen: correspondentie inzake subsidieaanvragen en -inkomsten verlopen via de secretaris en penningmeester van Sarto. Sponsorinkomsten verlopen via de sponsorcommissie en worden vastgelegd conform standaardcontracten;
  • Inzake inschrijving voor de competitie en de planning van wedstrijden is voorbehouden aan de wedstrijdsecretaris onderbouw. Communicatie met de KNVB hierover verloopt altijd via de wedstrijdsecretaris;
  • De G-coördinator onderhoudt inhoudelijke contacten met de KNVB op het gebied van het G-voetbal.