Jeugdbeleidsplan - 3. Uitgangspunten jeugdbeleid
3.1 Algemene doelstelling
De algemene doelstelling van de jeugdafdeling is: “Jeugdspelers in een veilige omgeving in de gelegenheid stellen om een zo optimaal mogelijke ontwikkeling als voetballer te kunnen doormaken en om plezier te hebben in het voetbalspel”.
3.2 Selectie- en niet-selectievoetbal
Binnen de jeugdafdeling kiest Sarto voor een onderscheid tussen selectie- en niet-selectievoetbal.
3.2.1 Selectievoetbal bij Sarto
Selectievoetbal onderscheidt zich van niet-selectievoetbal door de teamsamenstelling. Selectieteams bestaan uit spelers die op basis van voetbalkwaliteit geselecteerd worden, gericht op het bij elkaar brengen van de beste spelers in een leeftijdscategorie, waardoor een optimale leeromgeving ontstaat en de kans op optimaal presteren zo hoog mogelijk is. Selectieteams trainen twee keer per week en selectietrainers zijn in principe gediplomeerd. Opkomst bij trainingen en wedstrijden is verplicht. Anders dan bij niet-selectieteams zijn feestjes en dergelijke geen reden om niet bij de training aanwezig te zijn. Als een selectiespeler om andere redenen dan ziekte, een blessure of bijvoorbeeld een begrafenis niet op de training verschijnt dan kan dat leiden tot een sanctie zoals niet opgesteld worden tijdens wedstrijden. Dat geldt ook voor het om andere dan genoemde redenen niet deelnemen aan wedstrijden. De trainer-coach beslist over de disciplinaire maatregelen. Een laatste ‘plicht’ van selectiespelers: tijdens trainingen en wedstrijden wordt van selectiespelers maximale inzet geëist. Dit alles wil niet zeggen dat bij selectievoetbal plezier minder telt dan een optimale ontwikkeling als voetballer of dan als team optimaal presteren. Ook bij selectievoetbal moet een balans bestaan tussen beide aspecten van de doelstelling van het jeugdbeleid. Dat wil ook zeggen dat tijdens trainingen en wedstrijden selectiespelers positief gecoacht moeten worden. Trainer-coaches van selectieteams hebben de taak en verantwoordelijkheid een goede balans te vinden tussen gerichtheid op presteren en plezier in het voetbal. De verdere gang van zaken rond het selectievoetbal (selectiebeleid, procedures, criteria, afspraken) is vastgelegd in hoofdstuk 6.
3.2.2 Niet-selectievoetbal bij Sarto
De optimalisatie op individueel en teampresteren staat bij niet-selectievoetbal niet centraal maar dat betekent niet dat alleen plezier centraal staat. Ook bij niet-selectievoetbal staat de ontwikkeling als voetballer centraal. Sarto verbindt daar geen doelstellingen aan, bijvoorbeeld voor wat betreft het aantal na te streven kampioenen voor niet-selectieteams. Niet-selectieteams trainen sowieso één keer per week maar hebben de gelegenheid tot een tweede training. Voor de tweede training moeten teams zelf voor een trainer zorgen.
3.3 Meisjesvoetbal
Het meisjesvoetbal is een regulier onderdeel van Sarto. Sarto streeft ernaar het aantal meisjesteams minstens te handhaven op drie en waar mogelijk uit te breiden in de toekomst. Streven is dat het meisjesvoetbal vertegenwoordigd is in de JO13-, JO15- en JO17-/JO19-klasse. Deze brede vertegenwoordiging vergroot voor meisjes de mogelijkheid om in te stromen in een team. Sarto wil voorkomen dat meisjes niet bij Sarto kunnen komen voetballen, omdat er voor hun leeftijdscategorie geen Sartoteam is maar wil ook voorkomen dat – om dergelijke meisjes toch bij Sarto te laten voetballen – ze in een voor hun leeftijd te hoge of lage leeftijdscategorie moeten worden ingedeeld. Sarto hanteert het beleid dat in de JO7- en JO11-categorie geen meidenteams samengesteld worden.
In andere leeftijdscategorieën kunnen meisjes kiezen voor een meiden- of gemengd team, maar als in de leeftijdscategorie waar een meisje bij de jongens ingedeeld wil worden een meidenelftal bestaat en het voortbestaan daarvan afhangt van deelname van het meisje in dat elftal, vindt indeling in het meidenelftal plaats. Als het meisje niet bij dat meisjeselftal ingedeeld wil worden, zal niet alsnog indeling bij een jongensteam plaatsvinden. Voor meisjes in een gemengd team probeert Sarto ervoor te zorgen dat bij thuiswedstrijden de gelegenheid is apart te douchen. Voor mannelijke leiders/coaches/ouders van meisjesteams is de teamkleedkamer tijdens omkleden voor en na wedstrijden en het douchen verboden terrein.
3.4 G-voetbal
Sarto heeft een G-afdeling voor spelers met een lichamelijke en/of licht verstandelijke beperking. Spelers en kader van de G-afdeling zijn een regulier onderdeel van Sarto en hebben dezelfde rechten en plichten als andere spelers en kader. Sarto hecht er aan dat ook G-spelers de gelegenheid krijgen zich op voetbalgebied te ontwikkelen en plezier in het voetbal te hebben. Voor de G-afdeling gelden de volgende regels:
- De G-coördinator is verantwoordelijk voor de bezetting van de trainersfuncties van de G-teams;
- Sarto ‘ronselt’ geen G-spelers bij andere clubs en neemt er geen hele G-teams van andere clubs over;
- Inschrijving van G-teams voor de competitie is voorbehouden aan de wedstrijdsecretaris onderbouw;
- De G-coördinator onderhoudt inhoudelijke contacten met de KNVB op het gebied van het G-voetbal;
- Kandidaat-G-spelers mogen enige tijd meetrainen om kennis te maken (dit geldt niet, zoals elders in dit plan vermeld, voor andere leeftijdscategorieën). Bij positieve afweging van speler én G-coördinator schrijft een kandidaat-speler zich in bij de ledenadministratie. Zoals bij alle jeugdspelers wordt een voorbehoud gemaakt voor plaatsing in verband met het mogelijk bestaan van een wachtlijst;
- Geldstromen binnen de G-afdeling verlopen conform de algemene Sarto-lijnen: correspondentie inzake subsidieaanvragen en -inkomsten verlopen via de secretaris en penningmeester van Sarto. Sponsorinkomsten verlopen via de sponsorcommissie en worden vastgelegd conform standaardcontracten;
- Inzake de planning van wedstrijden wordt gecommuniceerd met de wedstrijdsecretaris onderbouw. Communicatie daarover met de KNVB verloopt altijd via deze wedstrijdsecretaris;
- Bij een kampioenschap huldigt Sarto een G-team op de binnen Sarto gebruikelijke wijze. Hierover kunnen afspraken worden gemaakt met de paviljoenbeheerder. De G-coördinator en/of de leiders van het betreffende team organiseren de huldiging.
3.5 Het belang van positief coachen
Bij het creëren van een veilige omgeving hoort positief coachen: op zo’n manier coachen dat jeugdspelers plezier hebben en met zelfvertrouwen durven spelen. Zowel bij selectie als niet-selectie jeugdvoetbal moeten spelers het gevoel hebben dat ze fouten mogen maken tijdens training of wedstrijd en moet er door trainers en coaches dus positief gecoacht worden. Voor trainers en coaches moet het gaan om winst boeken en niet primair om winnen!
Ervaringen met positief coachen leren dat het:
- spelers zich beter laat ontwikkelen;
- minder spelers laat afhaken;
- vrijwilligers zich prettig laat voelen en
- sportiviteit en respect laat toenemen.
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Organisatie en structuur
3. Uitgangspunten jeugdbeleid
4. Normen en waarden
5. Samenstelling teams
6. Selectiebeleid
7. Trainingen
8. Wedstrijden
9. Naast het voetbal
10. Communicatie
Bijlagen
1. Taken en verantwoordelijkheden
2. Tuchtreglement
3. Legenda
4. Aanbieden van proeftrainingen
5. RACI-matrix